Waarom oud zijn hartstikke moeilijk is
“Oud worden is leuk hoor, maar oud zijn ..” is een zin die ik al vaak heb gehoord.
Nieuwsgierig stel ik dan altijd de wedervraag: “Nou, hoe is dat dan? Dat oud zijn?”. En ik ben tot de conclusie gekomen: het is verrekte moeilijk om oud te zíjn.
Waarom dat oud zijn zo moeilijk is? Als ik die vraag stel aan de oudere medemens -die mij opvallend vaak een wijze levensles lijkt te willen bijbrengen- komt het er vrijwel altijd op neer dat oud zijn moeilijk is omdat het moeilijk gemáákt wordt.
In de eerste plaats is er natuurlijk dat oude lijf. Met de jaren komt niet alleen de wijsheid maar ook die trillende hand en die versleten heup. En om dan nog dat precieze borduurwerkje te maken en dat hele eind te lopen.. dat valt allemaal echt niet mee!
En daar doen ‘wij’ dan nog een schepje bovenop. Wij maken het onze ouderen ook niet echt gemakkelijk! Met onze ‘digitalisering’ en ‘modernisering’. Nee, laten we het alsjeblieft houden bij een vaste telefoon – liefst met draaischijf of grote toetsen - en vooral niet te veel praten over ‘appen’. En kunnen we de kinderen ook weer gewoon “Jan” of “Jannie” noemen en geen “Maan” of “Storm” want daarvan raakt de oudere medemens – terecht ? - best een beetje in de war.
Maar als je heel goed luistert, is het oud zijn vaak ook best een beetje leuk. Met hier en daar een helpende hand van de kinderen, de buurvrouw, de thuiszorg en de rollator is het vaak allemaal best wel te doen. En als je niet meer hoeft te borduren houd je tijd over om ‘zusters te pesten’ op de dagbesteding. En dat is dan – volgens de wijze ouderen - toch een leuke bijkomstigheid.
Met hier en daar een wijze raad van de ervaringsdeskundigen heb ik misschien ook het geluk dat ik oud mag worden. Maar of ik net zo goed ben in het ‘oud zíjn’? dát is natuurlijk de echte vraag.